11 mei 1919 – 2 juni 2009
Nini Boesman-Visscher voer met een gasballon de hele wereld over. Ze zweefde van het ene tijdperk naar het andere en zag de wereld onder haar veranderen. De provinciestadjes waar ze in de jaren ’40 over voer, veranderden in wereldsteden gedurende de vijftig jaar dat zij balloncommandant was. Ze won vele prijzen, kreeg verschillende onderscheidingen in Nederland en daarbuiten, en beleefde uitzonderlijke avonturen in de lucht en op de grond. Tussen de wolken, vond zij “dat wonderlijke gevoel van vrijheid en rust en een diepe vrede.”
Er zijn twee redenen waarom Nini Boesman niet in deze reisheldengalerij mag ontbreken. Vanzelfsprekend omdat ze wat mij betreft de grootste ballonvaarder was. Samen met haar man Jo schreef zij geschiedenis als pionier voor de ballonsport waarbij zij absoluut niet voor hem onderdeed. Maar als je haar googelt, geeft zijn naam veel meer hits dan die van haar. En dat is vreemd, want ze heeft meer vaarten gemaakt dan hij, meer wedstrijden gewonnen en al zijn taken overgenomen na zijn veel te vroege dood. Het zegt genoeg over de eer die vrouwen krijgen voor hun prestaties ten opzichte van die van mannen, maar net als de meeste andere vrouwelijke reizigers was zij niet bezig met het vervullen van een voorbeeldrol voor de vrouwen van haar tijd. Toch had ze die wel degelijk: in de brave jaren vijftig waarin de meeste vrouwen tevreden moesten zijn met een werkende man, een paar kinderen en een plaats achter het fornuis, steeg Nini letterlijk en figuurlijk naar grotere hoogten.
Nini Visscher werd geboren in het Drentse Dedemsvaart. Ze groeide als enig meisje op tussen vijf broers. In haar vroege tienerjaren verhuisde het gezin Visscher naar Den Haag. Toen ze 18 was, leerde ze daar notaris-in-opleiding Jo Boesman kennen. Ze zong in het koor in de kerk waar Jo in de banken zat. Een aantal jaren daarvoor had Jo een ballonvaart gemaakt. Hij was daar zo door gegrepen dat hij zijn brevet als balloncommandant had gehaald en de Haagse Ballonclub (HBC) oprichtte. Nini was getuige van zijn eerste vaart als piloot, die plaatsvond vanaf het Malieveld in Den Haag.
“Toen ik Jo zag opstijgen en langzaam wegglijden naar onbekende bestemming, voelde ik een intens verlangen in me opkomen. Dat wilde ik ook!” zei ze later.
Nog geen jaar erna had ze genoeg geld gespaard om haar eerste vaart te kunnen maken. Jo nam haar mee vanaf Kijkduin. Die vaart duurde slechts tien minuten, maar bepaalde de richting van haar leven. Ze werd verliefd op Jo én op de ballonsport. Door de oorlog duurde het nog een tijd voordat ze haar hart kon volgen. Maar op 18 mei 1946 trouwde Nini met Jo in Den Haag. En in 1948 haalde ze haar brevet.
“Als alle mensen een ballonvaart zouden maken, zou er nooit meer oorlog uitbreken.”
Ze voer de hele wereld over, vaak samen met Jo, soms alleen of met een andere passagier. Boven Frankrijk kwam ze in een angstaanjagende storm terecht, waar Jo en een medepassagier bij een bijna-landing uit het mandje werden gesmakt en zij in haar eentje weer steeg tot 3.000 meter waarna ze al haar krachten moest gebruiken om te landen voordat ze naar de Atlantische Oceaan afdreef. Ze maakte een vaart met Godfried Bomans aan boord en belandde met hem in de ijskoude zee bij Zandvoort; kwam in een windhoos terecht boven de Veluwe; landde op de vuilnisbelt van Athene; en moest alles op alles zetten toen ze boven Zuid-Afrika voer en bijna in het streng verboden Angola terecht kwam. Negen keer vloog ze de Alpen over.
“Als je eenmaal over de Alpen hebt gevaren, wil je het weer doen,” zei ze.
Ze zag er lawines rollen: “Een donderend geraas, een explosie, nog een klap en weer die stilte.”
Ze voer over het Midden-Oosten, Turkije en Pakistan. In Haïti ontving ze een briefje van Papa Doc waarin hij vroeg of alles naar wens was en ze goed werd behandeld. In India zou Neil Armstrong met haar meevaren, naar die kreeg het benauwd toen hij het mandje zag en durfde op het laatste moment niet mee. Haar ultieme droom was om samen met Jo de wereld rond te varen. Maar dat was niet mogelijk omdat niet overal waterstof te verkrijgen was, wat nodig is voor een gasballon. Varen boven Timboektoe kwam voor Nini het dichtst bij deze wens.
“Voor mij en Jo is er toen een droom werkelijkheid geworden.”
Stilte, vrijheid en vrede: met deze begrippen schetste ze het ballonvaren.
“Als alle mensen een ballonvaart zouden maken, zou er nooit meer oorlog uitbreken,” zei ze meer dan eens.
Het overgeleverd zijn aan de elementen was wat haar zo trok.
“Je gaat met de wind mee, en weet nooit waar je zal landen.”
En als ze dan uiteindelijk ergens landde, werd ze bijna altijd hartelijk ontvangen. Haar avonturen gingen verder op de grond. In Ierland landde ze in de achtertuin van een vrouw die een po op kranten in de pronkkamer zette zodat Nini kon plassen. In Mali werd haar een maaltijd opgediend waarbij ze een lamsoog kreeg aangeboden omdat ze de enige vrouw in het gezelschap was. In IJsland landde ze met een zak luchtpost voor de bewoners in de uitgestrektheid van Pingvellir. En in Egypte belandde ze samen met Jo in de woestijn waar ze werden belaagd door de lokale bevolking die niet begreep waar ze vandaan kwamen. Sindsdien nam ze naar onbekende oorden een lokale gids mee.
In tegenstelling tot Jo hield Nini veel van wedstrijdvaren. Ze won veel prijzen. Drie keer achtereen won ze de Coup Andries Blitz: de derde keer mocht ze deze definitief mee naar huis nemen. In 1964 werden drie internationale wedstrijden georganiseerd, die ze alledrie op haar naam zette. Twee keer achter elkaar won ze de felbegeerde Trophée du Ballon Libre.
Totaal onverwacht overleed haar grote liefde Jo in 1976. Hij was pas 62 jaar. Nini bleef volkomen ontredderd achter. In de verdrietige periode erna nam ze alle bestuursfuncties over die Jo had vervuld. Voor de HBC, de Luchtvaart Historische Vereniging, de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart, de Fédération Aéronautique Internationale en het Nederlands Luchtvaartmuseum. Ook nam ze zijn taken over bij de examencommissie voor balloncommandanten. Haar eerste vaart na zijn dood maakte ze vier maanden later, op Koninginnedag. Ze zag er vreselijk tegenop. Maar eenmaal in de ballon was daar weer die stilte.
“Ik herinnerde mij daar de mooiste dingen van ons leven, en kon het weer aan.”
In de jaren die volgden, vond ze troost bij een dominee, met wie zij hulpverleningsprogramma’s voor de illegale radiozender Radio Mi Amigo verzorgde. In 1983 ging ze samenwonen met haar vriend Dik Vuyk. Hij overleed in 1994.
Ik herinner me dat ze me uitlegde dat het in een ballon nooit waait, omdat je net zo snel gaat als de wind.
De avonturen van Nini samen met Jo vonden plaats in een kantelpunt van de 20e eeuw. Ze zweefde van het ene tijdperk naar het volgende. In 1948 voer ze over het provinciestadje Batavia; 26 jaar later op dezelfde plek over wat inmiddels was uitgegroeid tot de wereldstad Jakarta. Vandaag de dag is het ondenkbaar zo zorgeloos over Syrië, Teheran of Timboektoe te varen. In de jaren na de oorlog tot ruim in de jaren 60 was het relatief eenvoudig met een ballon op te stijgen, later werd het steeds lastiger door het snelgroeiende vliegverkeer.
“Ik geloof dat Jo en ik de mooiste tijd in de ballonsport hebben meegemaakt,” aldus Nini.
“We konden doorvaren in de nacht of eindeloos boven de wolken zweven. Als wij opstegen, waren we vrij te varen waar de wind ons droeg.”
Tot slot de tweede reden waarom Nini hier een plek behoort te krijgen. Zij is mijn oudtante, de zus van mijn opa. Ik heb haar niet goed gekend, maar hoe meer ik mij in haar verdiepte des te spijtiger ik dat vond. Ik herinner me dat ze me uitlegde dat het in een ballon nooit waait, omdat je net zo snel gaat als de wind. Toen ze overleed op 91-jarige leeftijd liet ze mij tot mijn grote verrassing een aantal sieraden na, waaronder een gouden ketting. God loves You, zijn de woorden die het hangertje vormen. Toen ik haar huis bezocht dat werd leeggehaald, zag ik haar oude globe staan die door de kringloop zou worden opgehaald. Iran heet er Perzië, Afrika is verdeeld in koloniën, en Gdansk heet nog Danzig. Er worden tientallen bootverbindingen op aangegeven, ten tijde van de productie van de globe de belangrijkste manier om intercontinentaal te reizen. Die globe kon ik natuurlijk niet laten meenemen door vreemden. Die heeft nu een mooie plek in mijn huis.
De uitspraken van Nini Boesman zijn overgenomen uit het boek Gedragen door de wind van Elise Heyligers.
Foto: HBC
ik herinner me Nini Boesman toen we als luchtverkenners omstreeks 1948 hielpen met een start in den Haag.
we mochten zandzakjes vullen die als ballast aan de rand van de mand hingen en geleegd werden als het stijgend vermogen afnam.
de ballon werd gevuld uit gasflessen en we vonden het boeiend dat de ventielen aan de buitenkant met ijs van bevroren condens bedekt werden.door de afkoeling van het drukverlies.
naarmate de ballon verder vulde hielden we het net en later het mandje vast om ongewenst opstijgen te voorkomen.
het vertrekmoment was spannend, ging hij na loslaten snel genoeg omhoog om obstakels te vermijden
Wat ontzettend leuk om een bericht te lezen van iemand die Nini Boesman nog zo in actie heeft gezien!