5 mei 1864 – 27 januari 1922
De lijst met beroemde vrouwelijke reizigers wordt vaak aangevoerd door Nellie Bly. Toch was zij niet de ultieme reiziger, zoals de meeste vrouwen in deze reisportrettenserie. Ze was vooral een jonge, zelfbewuste, nieuwsgierige journalist die haar grenzen wilde verleggen. In een poging Phileas Fogg te verslaan, reisde Nellie Bly deze fictieve held van Jules Verne achterna. Haar reis maakte haar beroemd in de steeds sneller veranderende wereld.
Nellie Bly werd geboren als Elizabeth Jane Cochran in Cochran’s Mills, Pennsylvania. Haar vader stierf toen zij zes jaar was. Haar moeder hertrouwde een gewelddadige man. Toen ze van deze man scheidde en het geld voor Nellie’s opleiding tot onderwijzeres op raakte, vertrok het gezin naar Pittsburgh. Daar stuurde Nellie op een dag een ingezonden artikel naar de Pittsburgh Dispatch in reactie op een vrouwonvriendelijke column. De wijze waarop ze de auteur van repliek diende, maakte zo’n indruk op de hoofdredacteur dat hij haar een baan aanbood. Hij bedacht haar pseudoniem, Nellie Bly (per ongeluk met -ie), naar het lied ‘Nelly Bly’ van Stephan Foster.
Nellie was ambitieus. Ze schreef een serie artikelen over de werkomstandigheden van vrouwelijke fabrieksarbeiders, maar werd onder druk van haar mannelijke collega’s naar de vrouwenpagina’s verdrongen. Daar moest ze gaan schrijven over zaken waar vrouwen zich volgens de normen mee moesten bezighouden: tuinieren en mode. Maar daar had ze geen zin in. Op haar 21e vertrok ze op eigen initiatief naar Mexico om te schrijven over het leven aldaar. Omdat ze in haar artikelen een aantal keren had afgegeven op de Mexicaanse dictator Ponfirio Diaz, werd ze na een halfjaar gedwongen het land te verlaten.
Toen ze weer werd verbannen naar de vrouwenpagina’s, nam ze ontslag en vertrok naar New York. Daar vond ze werk bij de New York World van Joseph Pulitzer. Ze kreeg de opdracht onderzoek te doen naar vermeende wreedheden in het Women’s Lunatic Asylum op Blackwell Island (tegenwoordig bekend als Roosevelt Island in de East River). Nellie veinsde krankzinnigheid om undercover in deze inrichting te belanden waar ze tien dagen verbleef. Haar bevindingen brachten veel teweeg. De geestelijke gezondheidszorg ging op de schop en kreeg in heel de VS extra budget om verbeteringen door te voeren. Nooit eerder had een journalist op een dergelijke wijze zijn werk uitgeoefend. Nellie Bly werd hiermee één van de grondleggers van de onderzoeksjournalistiek. Haar boek Ten Days in a Mad House zette haar als serieus journalist op de kaart.
In 1888 stelde ze haar hoofdredacteur voor de reis om de wereld te maken. Maar hoewel hij een stuk moderner was dan die in Pittsburgh, was hij in de veronderstelling dat een vrouw deze reis niet kon maken zonder mannelijke chaperonne. Bovendien dacht hij dat een vrouw te veel bagage mee zou nemen voor een dergelijke onderneming. Hij wees haar idee af met de woorden: “No one but a man can do this.” (De man had blijkbaar nog nooit gehoord van Jeanne Baret, Ida Pfeiffer of Mary Kingsley.) Maar een jaar later, geleid door commercie, gaf hij haar alsnog de opdracht om te gaan. Het was de bedoeling dat ze de reis zou afleggen in minder dan de 80 dagen van Phileas Fogg. Ze ging voor 75. Op 14 november 1889 om 09:40 uur vertrok Nellie Bly met de Augusta Victoria vanuit New York naar Londen om aan de 40.071 kilometer lange reis te beginnen. Haar bagage – de jurk die ze aanhad, een overjas, schoon ondergoed en toiletartikelen – paste in één kleine draagtas.
Het waren de nadagen van de grote Victoriaanse ontdekkingsreizen en de vooravond van een nieuw fenomeen: het massatoerisme.
De verhalen die Nellie optekende, werden dagelijks in The New York World gepubliceerd. Ze probeerde zoveel mogelijk in de voetsporen van Fogg te blijven, maar maakte bij haar aankomst in Frankrijk een uitstapje naar Amiens om Jules Verne te ontmoeten.
“If you do it in seventy-nine days, I shall applaud with both hands,” zei hij tegen haar voordat ze na haar bliksembezoek afscheid namen.
Via Calais vervolgde ze haar reis die verder verliep via Brindisi, Port Said, Aden, Colombo, Penang, Singapore, Hong Kong, Yokomaha, San Francisco, Chicago naar New York. Ze reisde met de middelen van de tijd: per schip en trein. Het waren de nadagen van de grote Victoriaanse ontdekkingsreizen en de vooravond van een nieuw fenomeen: het massatoerisme. Overal waar zij aankwam, waren er mensen die zich over haar ontfermden waardoor ze zich grotendeels in Britse koloniale kringen ophield en vanaf een afstand schreef over de wereld die aan haar voorbij trok. Ze vertelde vooral een toeristisch verhaal: haar lezers maakten kennis met zaken die vandaag de dag vanzelfsprekend zijn. Pas in Canton kwam de onderzoeksjournalist in haar naar boven. Ze bezocht er de gevangenis en een rechtbank en stond oog in oog stond met de afgehouwen hoofden van ter dood veroordeelden.
In Hong Kong hoorde Nellie tot haar stomme verbazing dat er vlak na haar vertrek nóg een Amerikaanse journaliste aan een reis rond de wereld was begonnen. Ene Elizabeth Bisland van de Cosmopolitan, die probeerde de reis in 70 dagen af te leggen en zo Nellie te verslaan. Het zag er toen naar uit dat Elizabeth dit zou lukken. Ontdaan hierover stak ze de Grote Oceaan over in het eerste schip ter wereld dat was voorzien van een promenadedek. Maar tijdens de laatste etappe – dwars door de VS van San Francisco naar New York – bespaarde haar opdrachtgever kosten noch moeite om haar zo snel mogelijk over het continent te laten reizen om de race te winnen.
En zo geschiedde. Op 25 januari 1890, 72 dagen, 6 uur, 11 minuten en 4 seconden nadat zij uit New York was vertrokken, kwam ze er weer aan. Ze werd als heldin binnengehaald. Er kwam een ongekende merchandising op gang. Er kwamen Nellie Bly-poppen op de markt en er werd een heus Nellie Bly-spel uitgebracht: een bordspel met 72 vakjes, één vakje per reisdag.
Bisland kwam 76 dagen na haar vertrek weer in New York aan.
Nellie bleef werken voor The New York World tot 1895. Toen trouwde ze met de veertig jaar oudere fabrikant Robert Seaman en trok ze zich terug uit de journalistiek. Ze ontpopte zich vervolgens tot één van de meest toonaangevende fabrikanten van de VS, en deed een aantal uitvindingen waaronder een nieuw soort melkbus. Na de dood van haar man, nam ze zijn bedrijf over maar door fraude van haar personeel ging ze failliet. Ze keerde weer terug naar de journalistiek. In 1914 vertrok ze naar Wenen, waar de Eerste Wereldoorlog net was uitgebroken. Ze versloeg de oorlog op haar kenmerkende manier: op de slagvelden en in de loopgraven. In 1919 keerde ze terug naar de VS, waar ze ging werken voor de New York Evening Journal. In 1922 stierf ze op 57-jarige leeftijd aan een longontsteking.