13 oktober 1906 – 4 juni 1996
Ze is een beetje vergeten en dat is volkomen onterecht. Op haar zestiende reed ze als eerste vrouw met een auto de wereld rond. Dat deed ze in het gevolg van de vredesexpeditie van de zelfverklaarde ‘Captain’ Walter Wanderwell. Maar al gauw werd ze het middelpunt van hun avonturen. Ik heb het over Aloha Wanderwell, die als jongste reisheld een plek verdient in de eregalerij van Raaf.
Aloha werd geboren als Idris Galcia Hall in het Canadese Winnipeg. Ze had een onbezorgde, liefdevolle jeugd op Vancouver Island, die abrupt eindigde toen haar vader Herbert Hall in 1917 sneuvelde in het Belgische Ieper. Na de oorlog verhuisde Idris, haar moeder en zusje Margret naar Zuid-Frankrijk, waar de eigengereide Idris naar een nonnenschool werd gestuurd. De nonnen hielden haar maar moeilijk in toom. Ze dompelde zich onder in de ‘jongensboeken’ van haar vader en de schaarse, meer op romantische leest geschoeide boeken over vrouwelijke avonturiers. “What those heroines did! What narrow escapes they had, and how I longed to become one of them!”schreef zij later in haar boek Call to Adventure. En dat gebeurde.
‘Brains, beauty and breeches – world tour offer for lucky young woman… wanted to join an expedition… Asia, Africa…’ Toen Idris deze oproep las in de Rivièra editie van de Paris Herald twijfelde ze geen moment. Ze meldde zich bij de man achter de advertentie, de Poolse Valerian Johannes Piecinski, alias Captain Walter Wanderwell, en bood zich aan als secretaresse en chauffeur. Een rijbewijs was nog niet nodig in die dagen. Het was 1922; Idris was 16 jaar oud.
Het waren roerige tijden: het interbellum, de roaring twenties, het bijna hysterische gevoel van hoop en vooruitgang na de gruwelijke Eerste Wereldoorlog. Een kantelpunt in het denken ook: de Victoriaanse geest was net ter ziele gegaan, vrouwen hadden stemrecht gekregen en de T-Ford deed haar intrede zodat ook de gewone westerling met de auto op avontuur kon. Idris’ moeder kon haar ondernemende dochter dit avontuur dan ook niet ontzeggen, en gaf na een kennismaking met Wanderwell toestemming aan haar dochter om met de excentrieke Pool op reis te gaan. Ze zou cruciaal worden voor zijn expedities. Captain Wanderwell, door iedereen Cap genoemd, doopte haar Aloha.
Wanderwell had in 1919 leden van de Volkenbond ontmoet, wat hem en zijn toenmalige vrouw Nell inspireerden tot het oprichten van de Work Around the World Educational Club (WAWEC). Met deze club wilde het echtpaar vredesexpedities opzetten om geld in te zamelen en wereldvrede te promoten. De echtelieden vonden elkaar uiteindelijk als concurrerende expeditieleiders van verschillende teams met als doel zoveel mogelijk landen te bezoeken en zoveel mogelijk kilometers te maken. Ze financierden hun reizen met de verkoop van souvenirs, lezingen en het vertonen van documentaires die ze onderweg maakten. Het startpunt was Atlanta, vanwaar ieder met het eigen team in een T-Ford vertrok. Er was geen voorgeschreven route, en blijkbaar ook geen tijdslimiet. Beide teams waren zeven jaar onderweg. Toen Idris aanhaakte, hadden Nell en Walter elkaar al jaren niet gezien.
De reis begon zigzaggend door Europa om zoveel mogelijk landen aan te doen. Eerst naar Spanje, toen weer terug naar Frankrijk en via Italië en het verslagen Duitsland door naar Polen. Daar verliet Aloha de expeditie. Zij en Cap waren inmiddels geliefden en ze was boos omdat womanizer Cap met andere vrouwen flirtte. Ze vertrok naar Parijs. Al gauw kreeg ze spijt van dit ondoordachte besluit. Van haar laatste geld kocht ze een ticket Marseille – Port Said, Egypte, waar de expeditie intussen was aangekomen, en sliep tussen hitsige soldaten in de stinkende vierdeklasbarakken van een schip. In Egypte sloot ze zich weer aan bij Cap. Haar eerste nacht in Afrika bracht ze door in de woestijn. “I sat on a sand dune and watched the full moon sail in the sky that was like an upturned goblet of dark, blue glass. There were trillions of stars, and not far away I could see the outline of the Sphinx, smiling and sightless.”
Zonder medeweten van Cap zag ze, verkleed als pelgrim tussen duizenden moslimmannen, een wereld die maar weinig westerlingen, laat staan een blanke vrouw, ooit hadden gezien.
Aloha was extreem lang. Dat was de reden dat ze in staat was het ondenkbare te doen: ze glipte Mekka binnen. Zonder medeweten van Cap zag ze, verkleed als pelgrim tussen duizenden moslimmannen, een wereld die maar weinig westerlingen, laat staan een blanke vrouw, ooit hadden gezien. Cap was opgelucht toen ze Saoedi-Arabië ongeschonden konden verlaten, en vanuit Aden naar India voeren.
Ze wilde de eerste vrouw zijn die van Bombay naar Calcutta reed. Dwars door jungles vol pythons, tijgers, olifanten en apen baande ze haar weg. Cap reed meestal in de eerste auto; Aloha zat achter het stuur in de tweede. De regentijd was inmiddels aangebroken. De wegen – voorzover die er waren – veranderden in modderstromen. Vaak reden ze dagen achter elkaar om alleen te stoppen om twee eetlepels geroosterde sojabonen naar binnen te werken. Maar het lukte. Uitgeput kwamen ze in Calcutta aan, waar Aloha drie dagen achter elkaar sliep.
Van India naar Cambodja door naar Singapore. Daar scheepten ze in op een boot over de Yangtze, waarmee ze naar Shanghai voeren. Via Tientsin en Peiping reden ze naar Mukden, over trainrails, door jungles waar ze paden baanden, soms voortgetrokken door dorpelingen. Vlak bij de Siberische grens joeg ze opdringerige Russische soldaten weg door een lelijk gezicht te trekken: “… the most horrible face I could. It was a specialty of face which I had perfected in boarding school.” (Was dat vandaag de dag nog maar zo simpel…)
Toch kregen ze een visum voor Siberië. In Vladivostok vierde Aloha haar 18e verjaardag. Toen de soldaten aldaar haar films te zien kregen, waren ze zo onder de indruk dat dit haar een eretitel opleverde. Ze werd appointed honorary colonel in the third Kikinsky Regiment of Vladivostok omdat ze als eerste vrouw naar Siberië was gereden. Inmiddels was Aloha natuurlijk veel meer dan alleen chauffeur en secretaresse: ze filmde, edite, gaf lezingen, navigeerde en onderhandelde over de prijzen van hun evenementen. En dat kon het jonge idealistisch-communistische Rusland wel waarderen.
In Japan namen ze de boot naar San Francisco, waar Aloha zich erg op had verheugd. Maar het viel tegen. De mensen waren meer geïnteresseerd in de hoeveelheid kilometers die ze hadden afgelegd en wat dit dan allemaal had gekost dan in haar ervaringen. En Cap werd gearresteerd door de FBI op grond van de Mann-Act, een wet die vrouwen beschermd tegen immorele praktijken. Aloha was immers minderjarig toen zij en Cap een affaire kregen, en dat stootte de puriteinse Amerikanen tegen de borst. Na Caps’ vrijlating scheidde hij van Nell, en trouwde met Aloha. Het was 1925. Eind dat jaar beviel Aloha van hun dochter Valri.
Ondertussen was Cap begonnen met de voorbereidingen van de volgende reis: met de auto van Kaapstad naar Cairo. Zwanger van haar tweede kind voer Aloha met Cap en Valri in 1926 van New York naar Kaapstad. In Durban beviel ze van haar zoon Nile. Haar moeder nam de kinderen onder haar hoede toen ze aan hun Afrikaanse avontuur begonnen.
Soms moesten ze de auto’s letterlijk dragen om vooruit te komen.
Zoals zovelen vandaag de dag nog steeds doen, hadden ze Afrika onderschat. Ze kregen geen toestemming om de grens van Rhodesië – het huidige Zimbabwe – over te steken, en moesten via een moeizame omweg noordwaarts. De weinige kolonisten die ze troffen op buitenposten verklaarden hen voor gek, maar ze sloegen alle waarschuwingen voor malaria, droogte, leeuwen, slangen en olifanten in de wind. Via Mozambique sleepten ze zich door donker Afrika. ’s Nachts klonken de tamtams in de verte, en leeuwengebrul dichterbij. Overdag duwden ze de auto’s door de jungle. Op sommige dagen legden ze slechts tientallen meters af. Wegen waren er nog niet. Soms moesten ze de auto’s letterlijk dragen om vooruit te komen. Hun voorraden raakten op. Voor brandstof waren ze aangewezen op runners die heen en weer door de bush renden om berichten door te geven en jerrycans kerosine te brengen. Bij gebrek aan motorolie gebruikten ze bananenpulp en olifantenvet. Het watertekort werd nijpend. De expeditieleden leden vaak vreselijke dorst. En natuurlijk kregen ze allemaal malaria. Aloha werd op een ochtend wakker in een grenshospitaal in Rhodesië. Zodra ze het ziekenhuis kon verlaten, moest ze onmiddellijk het land weer uit. Later bleek dat haar Russische eretitel haar parten had gespeeld in het communistenvrezende land.
In Centraal-Afrika daalde het besef in dat ze hun Afrikaanse droom moesten opgeven. Striemende regens, een kapot chassis en een opstand onder het Soedanese Dinka-volk deed ze keren naar Mombasa waar ze ernstig verzwakt een boot naar Frankrijk namen. Daar haalden ze hun kinderen op, waarna ze terugkeerden naar de VS.
In 1929 kwam hun film With Car and Camera Around the World uit, die lovend werd ontvangen. Aloha was een ster. Haar reishonger kende geen grenzen. “I tried to explain why traveling fascinated me, but I could not find words to express that insatiable desire for new countries, and that intangible sense of kinship which I have for strangers and the strange places of new continents.” Het was dan ook een kwestie van tijd voordat zij en Cap weer vertrokken.
De reis ging naar Zuid-Amerika, dit keer met een ander voertuig en een andere missie. In 1930 gingen ze op zoek naar de Britse ontdekkingsreiziger Percy Fawcett, die in 1925 samen met zijn zoon Jack was verdwenen in de rimboe van Mato Grosso in Brazilië. Aloha had inmiddels leren vliegen met een watervliegtuig. Op de Paraguay Rivier kwamen ze zonder brandstof te zitten en landden bij een nederzetting van de Bororo-stam. Terwijl Cap de Amazone doorstak om kerosine te halen, verbleven Aloha en een expeditielid een maand bij deze stam. Ondertussen filmden ze dit verblijf, waar ze drie films van maakten waaronder The River of Death (onder dit artikel te bekijken). Het is haar enige film met geluid. Cap keerde terug met brandstof voor de terugreis. Percy Fawcett werd nooit gevonden.
Aloha en Cap vonden elkaar in hun avontuurlijke geesten, maar hun huwelijk was niet gemakkelijk. Cap hield er verschillende affaires op na. Dat was geen reden voor Aloha om Cap te verlaten. In 1932 kochten ze een jacht waarmee ze de Stille Zuidzee wilden bevaren. Maar op 5 december van dat jaar, de dag voordat ze zouden vertrekken, werd Cap op het jacht vermoord. De dader is nooit gevonden. Volgens Aloha waren het rumsmokkelaars, van wie het jacht door de autoriteiten was geconfisqueerd en aan de Wanderwells verkocht. Zij was zelf even verdachte omdat ze te weinig verdriet zou hebben getoond.
Uiteraard had Aloha wel degelijk verdriet om Caps gewelddadige dood. Ze had echter twee kinderen die afhankelijk van haar waren, dus ze moest al snel de draad weer oppakken. In 1933 gaf ze een lezing in Laramie, Wyoming, waar ene Walter Baker aan haar lippen hing. Hij schreef haar een brief met de vraag of hij haar mocht vergezellen op haar komende reizen. “I wrote this long letter setting out all the conditions under which he might come. Then I tore it all up and wrote him a post card saying, ‘Come,’” zei ze later in een interview. Datzelfde jaar trouwden ze. Walter verdiepte zich in de fotografie en voegde zich gemakkelijk in het avontuurlijke leven van Aloha. Samen maakten ze een nieuwe reis om de wereld. Die was echter veranderd: de Tweede Wereldoorlog stond op punt van uitbreken.
In 1939 bracht ze haar boek Call to Adventure uit, waarin ze de Wanderwell-expedities beschreef. Opvallend genoeg rept ze met geen woord over de ontluikende liefde tussen haar en Cap, zijn arrestatie, hun bruiloft of de geboorten van haar kinderen. Aloha heeft zich nooit echt in de kaart laten kijken.
Ze bleef lezingen geven; in 1982, op haar 76e, gaf ze haar laatste. Ze overleed op 4 juni 1996. Aloha heeft twaalf films gemaakt, die stuk voor stuk een uniek inkijkje geven in werelden die niet meer bestaan.